- 1 Bestrijk een (goed schoongemaakte) bezemsteel met olie en leg deze bijvoorbeeld op de rugleuning van twee stoelen die circa 1 meter uit elkaar staan. Dek de stoelen en vloer af met een doek of kranten. Je kunt dit ook buiten doen op een droge, windstille plek.
- 2 Meng 200 gram suiker met 75 ml water in een pan met dikke bodem en verwarm tot de suiker goudgeel begint te verkleuren. Neem de pan van de warmtebron en laat een paar minuten afkoelen. Als de karamel iets dikker is geworden, maar nog steeds vloeibaar is, kun je deze verwerken.
- 3 Doop een vork in de karamel en maak korte zigzaggende bewegingen over de bezemsteel. De karamel loopt uit naar beneden en stolt onderweg zodat er heel fijne draden blijven hangen.
- 4 Laat de draden circa 5 minuten hangen en pak dan met de hand steeds een bosje draden vast. Vorm er heel rustig een bal van, knijp of druk niet en leg dit ‘vogelnestje’ op een stuk bakpapier. Als de karamel te dik wordt, kun je deze weer zachtjes opnieuw verwarmen
bereidingstip
Gebruik deze karameldraden als garnering voor gebak of een dessert.. Knip met een tang de bolle kant van een garde af, zodat de draden van de garde los komen te staan. Dit geeft een nog fijner resultaat bij het maken van karameldraden.
