- 1 Smelt de boter en roer de bloem erdoor. Schenk de helft van de melk erbij en roer goed tot een gladde massa ontstaat. Voeg de rest van de melk toe, roer goed en laat 1 minuut doorkoken.
- 2 Meng de room erdoor en voeg zout, peper en citroensap toe. Roer de garnalen erdoor. Laat de ragout afkoelen.
- 3 Schud het paneermeel op een diep bord. Klop de eieren los met 2 eetlepels water.
- 4 Snijd het ragoutmengsel als het is afgekoeld in 8 gelijke delen. Schep een deel op een lepel en vorm er samen met een andere lepel een kroket van.
- 5 Wentel de kroketten eerst door paneermeel zodat er geen barstjes zichtbaar zijn. Wentel ze daarna door het ei en daarna weer door paneermeel.
- 6 Verhit de frituurolie tot maximaal 180°C en frituur de kroketten met 3 of 4 tegelijk goudbruin.
- 7 Schep ze uit de pan en laat ze in een vergiet dat is bekleed met keukenpapier uitlekken.