- 1 Schil de citroen en snijd de schil in reepjes. Schil de hele peren maar laat de steeltjes eraan.
- 2 Snijd een dun plakje van de onderkant zodat ze rechtop naast elkaar in een pannetje kunnen staan.
- 3 Giet de wijn en 200 milliliter water erbij en voeg de suiker, het kaneelstokje en de citroenschilletjes toe.
- 4 Laat de peren zachtjes met deksel tegen de kook aan circa 15 minuten garen tot ze beetgaar maar niet te zacht zijn. Laat ze iets afkoelen.
- 5 Verwarm voor de saus zachtjes de boter, basterdsuiker en schenkstroop tot de suiker is opgelost.
- 6 Laat iets afkoelen en roer dan de room en vanille-essence erdoor.
- 7 Rooster de amandelen in een droge hete koekenpan goudbruin. Serveer de karamelsaus erover bestrooid met amandelen.