- 1 Verwarm de oven voor op 200 °C. Breng de bouillon aan de kook, voeg de tuinerwten toe en houdt op een lage stand warm.
- 2 Snipper de ui en snijd de knoflook fijn. Veeg de champignons schoon en snijd in kwarten. Snijd de kip in blokjes van ca. 2 cm.
- 3 Smelt de boter in een hapjespan. Fruit de ui met de knoflook 1 min. op een middelhoge stand. Voeg de kip met de champignons toe en bak in 5-8 min. gaar. Schep regelmatig om.
- 4 Voeg de bloem toe aan de pan en bak 1 min. mee. Voeg de bouillon met de doperwten in delen toe en roer tot een gladde saus. Voeg indien nodig een extra scheutje water toe. Breng op smaak met peper en zout.
- 5 Verwarm pasteibakjes volgens de aanwijzingen op de verpakking. Snijd intussen de peterselie fijn, houd een beetje apart voor de garnering en schep de rest door de ragout.
- 6 Snijd uit het midden van elk pasteibakje een kapje. Zet de bakjes op de borden, schep de ragout erin, garneer met de achtergehouden peterselie en leg er het kapje op.