- 1 Schep de bloem in een grote kom en maak een kuiltje in het midden. Giet er een beetje melk op en breek de eieren erboven.
- 2 Klop met een vork door elkaar en giet al roerend de rest van de melk erbij tot een glad beslag.
- 3 Klop vervolgens met een garde luchtig door. Voeg een snufje zout toe en laat het beslag een paar minuten rusten.
- 4 Bak circa 20 middelgrote (24 cm ø) pannenkoeken van het beslag.
- 5 Laat een koekenpan met antiaanbaklaag eerst goed heet worden en smeer de rand van de pan steeds in met een kwastje boter. Zo krijgen de pannenkoeken lekker knapperige randen.
- 6 Laat de pannenkoeken uitgespreid op een bakplaat afkoelen. Klop voor de vulling de slagroom stijf met 3 eetlepels van de suiker en de vanillesuiker. Zet in de koelkast om op te stijven.
- 7 Klop de eiwitten met 2 eetlepels van de poedersuiker glanzend en stevig.
- 8 Prak 150 gram frambozen fijn met het citroensap. Schep de frambozen voorzichtig door de slagroom en schep als laatste de eiwitten voorzichtig door de room tot een luchtige mousse. Laat nog circa 15 minuten rusten in de koelkast.
- 9 Leg de eerste pannenkoek op een plat bord. Schep hier voorzichtig een paar toefjes frambozenmousse op. Bestuif royaal met poedersuiker en leg er een paar verse frambozen op.
- 10 Dek af met de volgende pannenkoek. Vervolg deze stappen tot de laatste pannenkoek. Bestuif vlak voor het serveren alleen de bovenste pannenkoek met poedersuiker en decoreer met frambozen en besjes.