- 1 Pureer de knoflook met de peper, het komijnpoeder en de paprikapoeder, wat zout, de azijn en de olie tot een gladde saus.
- 2 Kook ondertussen de krieltjes beetgaar in water met zout. Giet ze af en zet ze terug op de warmtebron. Schud ze om met wat zout en laat ze een beetje verrimpelen.
- 3 Serveer de warme krieltjes op een schaal met de saus eroverheen. Indien er geen ongeschilde krieltjes zijn kun je voorgekookte krieltjes frituren en op dezelfde wijze serveren.