- 1 Kook de aardappels en giet ze af. Meng ½ theelepel zout door de bloem. Stamp de gekookte aardappels of druk ze door een pureeknijper.
- 2 Voeg de puree met het ei en eventueel een snufje nootmuskaat bij de bloem en kneed er met een vochtige hand een stevig deeg van.
- 3 Vorm er balletjes van en rol ze op een bebloemd werkblad tot worstjes zo dik en zo lang als een vinger.
- 4 Breng in een grote pan water aan de kook en voeg een beetje zout toe. Kook de noedels in het water.
- 5 Als ze na 1-2 minuten boven komen drijven zijn ze gaar. Neem de noedels met een schuimspaan uit de pan.
- 6 Leg ze naast elkaar op een plank, laat ze een beetje drogen of dep ze droog met keukenpapier.
- 7 Verhit de boter in een grote pan en bak de noedels lichtbruin. Neem ze uit de pan en zet ze apart.
- 8 Voeg de zuurkool en spekblokjes toe aan het bakvet en bak circa 10 minuten.
- 9 Voeg eventueel nog een beetje boter toe. Voeg de noedels toe en verwarm ze. Breng op smaak met zout en peper.